de grootvader
the grandfather
de grootmoeder
the grandmother
hij en zij
he and she
de vader
the father
de moeder
the mother
hij en zij
he and she
de zoon
the son
de dochter
the daughter
hij en zij
he and she
de broer
the brother
de zus
the sister
hij en zij
he and she
de oom
the uncle
de tante
the aunt
hij en zij
he and she
Wij zijn een gezin.
We are a family.
Het gezin is niet klein.
The family is not small.
Het gezin is groot.
The family is big.
Alsjeblieft
Please
Dank je wel
Thank you
Ja
Yes
Nee
No
Hoe zeg je?
How do you say?
Spreek langzaam
Speak slowly
Herhaal, alsjeblieft
Repeat, please
Nog een keer
Again
Woord voor woord
Word for word
Langzaam
Slowly
Wat heb je gezegd?
What did you say?
Ik begrijp het niet
I don’t understand
Begrijp jij het?
Do you understand?
Wat betekent dat?
What does it mean?
Ik weet het niet
I don’t know
Spreekt u Engels?
Do you speak English?
Ja, een beetje
Yes, a little