Small Talk – chiacchiere 1 – In l’olandese
Small Talk – chiacchiere 1 – In l’olandese
- Si accomodi!
Maak het uzelf gemakkelijk! - Faccia come a casa Sua!
Doe alsof u thuis bent! - Che cosa desidera da bere?
Wat wilt u drinken? - Le piace la musica?
Houdt u van muziek? - Mi piace la musica classica.
Ik houd van klassieke muziek. - Ecco i miei CD.
Dit zijn mijn cd’s. - Suona uno strumento?
Speelt u een muziekinstrument? - Ecco la mia chitarra.
Dit is mijn gitaar. - Le piace cantare?
Houdt u van zingen? - Ha figli?
Heeft u kinderen? - Ha un cane?
Heeft u een hond? - Ha un gatto?
Heeft u een kat? - Ecco i miei libri.
Dit zijn mijn boeken. - Sto leggendo questo libro.
Ik lees nu dit boek. - Che cosa Le piace leggere?
Wat leest u graag? - Va volentieri al concerto?
Gaat u graag naar concerten? - Va volentieri a teatro?
Gaat u graag naar het theater? - Va volentieri all’opera?
Gaat u graag naar de opera? - In spiaggia
Aan het strand - Onda
Golf - Sabbia
Zand - Tramonto
Zonsondergang - Alta marea
Vloed - Bassa marea
Eb - Contenitore termico
Koeler - Secchiello
Emmer - Paletta
Schop - Surfboard
Surfbord - Palla
Bal - Pallone da spiaggia
Strandbal - Borsa da spiaggia
Strandtas - Ombrellone
Parasol - Sdraio
Strandstoel