Le ore – In l’olandese
Le ore – In l’olandese
- Scusi!
Neem me niet kwalijk! - Che ora è (Che ore sono), per favore?
Weet u misschien hoe laat het is? - Grazie mille.
Hartelijk dank. - È l’una.
Het is een uur. - Sono le due.
Het is twee uur. - Sono le tre.
Het is drie uur. - Sono le quattro.
Het is vier uur. - Sono le cinque.
Het is vijf uur. - Sono le sei.
Het is zes uur. - Sono le sette.
Het is zeven uur. - Sono le otto.
Het is acht uur. - Sono le nove.
Het is negen uur. - Sono le dieci.
Het is tien uur. - Sono le undici.
Het is elf uur. - Sono le dodici (è mezzogiorno, è mezzanotte).
Het is twaalf uur. - Un minuto ha sessanta secondi.
Een minuut heeft zestig seconden. - Un’ora ha sessanta minuti.
Een uur heeft zestig minuten. - Un giorno ha ventiquattro ore.
Een dag heeft vierentwintig uur. - Matita
Potlood - Temperamatita
Potlood slijper - Penna
Pen - Forbici
Schaar - Libro
Boek - Carta
Papier - Quaderno
Notitieblok - Blocco appunti
Schrijfblok - Cartella
Map - Righello
Liniaal - Colla
Lijm - Gomma per cancellare
Gom - Cestino del pranzo
Lunchbox